Translations for „gewonnen“ in the German » Dutch Dictionary

ge·ˈwon·nen [gəˈvɔnən] VB

gewonnen pp von gewinnen¹, gewinnen²

See also gewinnen , gewinnen

ge·ˈwin·nen² <gewann, gewonnen> [gəˈvɪnən] VB intr

1. gewinnen (einen Gewinn erhalten):

gewinnen

winnen

an Höhe gewinnen

hoogte winnen

an Klarheit gewinnen

er duidelijker op worden

an Bedeutung gewinnen

in betekenis toenemen

gegen jdn gewinnen

tegen [o. van] iem winnen

2. gewinnen (überzeugen):

gewinnen

(erop) vooruitgaan

gewinnen

er beter op worden

er gewinnt bei näherer Betrachtung

bij nadere kennismaking valt hij mee

ge·ˈwin·nen¹ <gewann, gewonnen> [gəˈvɪnən] VB trans

1. gewinnen (erzeugen):

gewinnen

winnen

aus Milch Käse gewinnen

van melk kaas maken

Boden gewinnen a. fig

veld [o. terrein] winnen

2. gewinnen (erzielen, bekommen):

gewinnen

behalen

gewinnen

(ver)krijgen

gewinnen

verwerven

die Überzeugung gewinnen

tot de overtuiging komen

jdn für eine Vorstellung gewinnen

iems medewerking voor een voorstelling weten te verkrijgen

alle für sich gewinnen

iedereen voor zich innemen

jdn zum Freund gewinnen

iems vriendschap winnen

wie gewonnen, so zerronnen prov

zo gewonnen, zo geronnen

Zeit gewonnen, viel gewonnen prov

tijd gewonnen, veel gewonnen

4. gewinnen (profitieren):

gewinnen

(erop) vooruitgaan

gewinnen

er beter op worden

ge·ˈwin·nen¹ <gewann, gewonnen> [gəˈvɪnən] VB trans

1. gewinnen (erzeugen):

gewinnen

winnen

aus Milch Käse gewinnen

van melk kaas maken

Boden gewinnen a. fig

veld [o. terrein] winnen

2. gewinnen (erzielen, bekommen):

gewinnen

behalen

gewinnen

(ver)krijgen

gewinnen

verwerven

die Überzeugung gewinnen

tot de overtuiging komen

jdn für eine Vorstellung gewinnen

iems medewerking voor een voorstelling weten te verkrijgen

alle für sich gewinnen

iedereen voor zich innemen

jdn zum Freund gewinnen

iems vriendschap winnen

wie gewonnen, so zerronnen prov

zo gewonnen, zo geronnen

Zeit gewonnen, viel gewonnen prov

tijd gewonnen, veel gewonnen

4. gewinnen (profitieren):

gewinnen

(erop) vooruitgaan

gewinnen

er beter op worden

ge·ˈwin·nen² <gewann, gewonnen> [gəˈvɪnən] VB intr

1. gewinnen (einen Gewinn erhalten):

gewinnen

winnen

an Höhe gewinnen

hoogte winnen

an Klarheit gewinnen

er duidelijker op worden

an Bedeutung gewinnen

in betekenis toenemen

gegen jdn gewinnen

tegen [o. van] iem winnen

2. gewinnen (überzeugen):

gewinnen

(erop) vooruitgaan

gewinnen

er beter op worden

er gewinnt bei näherer Betrachtung

bij nadere kennismaking valt hij mee

ˈlieb·ge·win·nen, ˈlieb ge·win·nen VB trans irreg

liebgewinnen → lieb

See also lieb

lieb [liːp] ADJ

1. lieb:

lieb (teuer, wert)

lief

lieb (teuer, wert)

dierbaar

lieb (in Briefen)

beste

lieb (in Briefen)

waarde

(ach,) du liebes bisschen!

lieve hemel [o. deugd] !

(mein) lieber Freund! inf

beste vriend, …

(mein) lieber Freund! inf

vriendlief, …

jdn/etw lieb gewinnen

iem/iets lief krijgen

jdn/etw lieb gewinnen

(stilaan) van iem/iets gaan houden

jdn/etw lieb gewinnen

voor iem/iets liefde opvatten

lieb gewordene Gewohnheiten

dierbare [o. vertrouwd geworden] gewoonten

lieb gewordene Gewohnheiten

gewoonten waaraan men gehecht [o. verknocht] is (geraakt)

der liebe Gott

Onze-Lieve-Heer

jdn lieb haben

iem lief hebben

jdn lieb haben

van iem houden

jdn lieb haben

iem beminnen

lieber Herr X!

beste meneer X, …

lieber Herr X!

waarde X, …

den lieben langen Tag

de godganse(lijke) dag

mein Lieber!

mijn beste!

(mein) Liebes!

liefje!

(mein) Liebes!

schat!

meine Lieben

allen die mij dierbaar zijn

meine Lieben!

luitjes!

meine Lieben!

beste mensen!

meine Lieben!

(mijn) vrienden!

das ist mir lieb und teuer

dat is mij dierbaar

2. lieb (freundlich, nett):

lieb

aardig

lieb

vriendelijk

lieb

lief

viele liebe Grüße

vriendelijke groeten

er ist sehr lieb zu Kindern

hij is erg lief voor kinderen

sei so lieb und …

wees zo goed en …

3. lieb (artig, brav):

lieb

zoet

lieb

lief

lieb

braaf

ein liebes Kind

een zoet [o. lief] kind

4. lieb (angenehm, willkommen):

lieb

aangenaam

lieb

welkom

lieb

lief

es wäre mir lieber, wenn …

ik zou liever hebben [o. zien] dat …

es wäre mir lieber, wenn …

ik had liever dat …

Usage examples with gewonnen

Zeit gewonnen, viel gewonnen prov

tijd gewonnen, veel gewonnen

wie gewonnen, so zerronnen prov

zo gewonnen, zo geronnen

frisch gewagt ist halb gewonnen prov

een goed begin is het halve werk

gut begonnen ist halb gewonnen prov

een goed begin is het halve werk

Monolingual examples (not verified by PONS Editors)

German

Der größte Teil der Energie wird aus Biomasse von den umliegenden Äckern sowie Gülle gewonnen.

de.wikipedia.org

Mit ihm können sowohl Emissionsspektren (spektrale Untersuchungen von Lichtquellen) als auch Absorptionsspektren und Aussagen zur frequenzabhängigen Reflexion gewonnen werden.

de.wikipedia.org

Bortrichlorid wird industriell durch direkte Chlorierung von Bortrioxid und Kohlenstoff bei 500 °C gewonnen.

de.wikipedia.org

Tetracyclin kann aus Chlortetracyclin durch Hydrierung mit Palladium als Katalysator gewonnen werden.

de.wikipedia.org

Die Männermannschaft konnte sich für das Viertelfinale qualifizieren, zwei ihrer drei Vorrundenspiele wurden gewonnen.

de.wikipedia.org

Bei der Aspiration wird Knochenmark angesaugt, wodurch Blut, kleine Knochenmark- und Fettmarkanteile gewonnen werden.

de.wikipedia.org

Vanadium(IV)-chlorid wird durch Chlorierung von Vanadium bei etwa 300–350 °C gewonnen.

de.wikipedia.org

Das Natrium wird aus Kochsalz gewonnen, welches wiederum per Destillation aus dem Meerwasser kommt; die dazu notwendige Energie stammt aus unterseeisch abgebauter Steinkohle.

de.wikipedia.org

Kieselsol kann durch Ionenaustausch aus Wasserglas, per Hydrolyse und Kondensation aus Silicium, durch direkte Oxidation von Silicium oder durch Mahlen und Peptisation von Siliciumdioxid (meist) gewonnen werden.

de.wikipedia.org

Godeffroy & Sohn hatte seit 1855 auf der Südsee-Inselgruppe durch Gründung mehrerer Handelsstationen und einer Faktorei erheblichen Einfluss gewonnen.

de.wikipedia.org