Dutch » German

Translations for „stonden“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

ston·den VB

stonden 3. pers pl imp van staan

See also staan

staan <stond, h. gestaan> [stan] VB intr

1. staan (personen, dieren):

zu etw dat stehen
zu etw dat stehen
für etw acc da sein
vor etw dat stehen
voor iem staan fig

2. staan (op steunpunten rusten):

3. staan (in een toestand, hoedanigheid zijn):

iem na staan fig

9. staan (geëist worden):

13. staan form (functie, standplaats hebben):

15. staan (betamen):

staan form
anstehen +dat

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski